Bullenhuser Damm

Op Bullenhuser Damm 92-94 in Hamburg staat een voormalige school in het stadsdeel Rothenburgsort. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd dit stadsdeel voor een groot deel verwoest door zware bombardementen waarbij de school maar licht beschadigd raakte. Desondanks kon de school niet meer gebruikt worden omdat de hele omgeving verwoest was en er in de buurt geen kinderen meer waren om naar school te sturen. In oktober 1944 werd het gebouw ingenomen door de SS die er een satellietkamp van concentratiekamp Neuengamme van maakte om gevangenen te huisvesten die puin moesten ruimen na de bombardementen. Op 11 april 1944 evacueerde de SS het gebouw, maar liet wel personeel achter waaronder een paar bewakers en een SS arts. Op hetzelfde moment (over)leven 20 joodse kinderen in het Neuengamme. Ze zijn tussen de vijf en twaalf jaar oud, tien meisjes en tien jongens, waaronder twee paar broers en zussen. Maandenlang werden zij mishandeld als testobjecten voor medische experimenten waarbij levende tuberculosebacillen onder hun huid werd geïnjecteerd en sondes gebruikt werden om ze in de longen te brengen. Daarna werden de lymfeklieren operatief verwijderd. Op 20 april 1945 werden de kinderen en vier van de volwassen gevangenen die in Neuengamme voor hen gezorgd hebben naar het voormalige schoolgebouw gebracht op de Bullenhuser Damm. De kinderen en begeleiders kregen te horen dat ze naar Theresienstadt werden gebracht, maar bij aankomst in de school werden de kinderen naar de kelder geleid waar ze werden geïnjecteerd met morfine om vervolgens in de aangrenzende kamer te worden opgehangen aan haken in de muur. De volwassenen werden in de stookruimte aan een pijp onder het plafond opgehangen. In dezelfde nacht werden ook minstens 24 Sovjetgevangenen vermoord in de school. Niemand weet tot op de dag van vandaag hoe ze heten. Een aantal personen die verantwoordelijk waren voor deze moorden waaronder de SS-arts Trzebinski en kampcommandant van Neuengamme Max Pauly werden veroordeeld tot de doodstraf en zijn opgehangen op 8 oktober 1946. Na de oorlog is het gebouw tot 1947 gebruikt door de Engelsen als doorgangskamp voor Duitse krijgsgevangenen. Later is het gebouw ook gebruikt als Meteorologische dienst en weer later weer als school voor 800 jongens. Tegenwoordig staat het gebouw voor een groot deel leeg en zijn ze aan het kijken wat voor bestemming het moet krijgen naast de Bullenhuser Damm Memorial. In 2011 werd een nieuwe permanente tentoonstelling geopend die de bezoekers informatie geeft over het gebouw als school en als satellietkamp van Neuengamme. Het vertelt ook over de medische experimenten, de slachtoffers, hoe ze werden vermoord, de daders en hoe deze misdaden na 1945 werden aangepakt. De Memorial bestaat uit een tentoonstelling met toegang tot de kelders en een rozentuin. Rozen kunnen door iedereen worden geplant ter nagedachtenis aan de vermoorde kinderen en gevangenen in de rozentuin achter het schoolplein waar in 1985 ook een bronzen sculptuur van Anatoli Mossitschuk werd opgericht om de Sovjetgevangenen te herdenken.

Titel: De SS-arts en de kinderen van Bullenhuser Damm

Auteur: Günther Schwarberg

Aantal pagina's: 224

Uitgever: Steidl

 

Er zijn mensen die zeggen dat je moet kunnen vergeten. Hoe kun je je kinderen en je man vergeten? Zou je dat kunnen doen?, vroeg Rose Grumelin aan journaliste Günther Schwarberg in een interview over haar kinderen Eleonora en Roman. Beiden werden barbaars vermoord op 20 april 1945 met 18 andere joodse jongens en meisjes in de kelder van een Hamburgse school. Maandenlang had de KZ-arts Kurt Heissmeyer pseudowetenschappelijke experimenten uitgevoerd op de kinderen die hen infecteren met tuberculose en chirurgisch hun lymfeklieren verwijderden. Kort voor het einde van de oorlog kreeg SS Obersturmbannführer Arnold Strippel per telex het bevel het departement Heissmeyer te ontbinden, wat niets anders betekende dan kindermoord initiëren en alle bewijsmateriaal vernietigen.