Kamp Schoorl

In 1939 werd kamp Schoorl gebouwd door het Nederlandse leger en ingericht als legerkamp in de kustplaats Schoorl in de provincie Noord-Holland en was het eerste gevangenenkamp dat de Duitsers in Nederland oprichtte. Na de capitulatie van Nederland op 15 mei 1940 werd het kamp een maand lang in gebruik genomen als onderdeel van de Wehrmacht. Daarna werd het kamp gebruikt als interneringskamp voor buitenlanders die ten tijde van de Duitse machtsovername in Nederland verbleven. Geallieerde burgers uit landen als België, Frankrijk, Engeland en Nederland waarmee Duitsland in oorlog was, werden in de loop van juni 1940 in kamp Schoorl geïnterneerd. Vanaf februari 1941 werd het kamp gebruikt als concentratiekamp (doorgangskamp) totdat die functie op 26 oktober 1941 werd overgenomen door kamp Amersfoort. De eerste groep gevangenen kwam aan in kamp Schoorl op 23 februari 1941 en bestond uit ruim 400 joden uit Amsterdam die op 22 en 23 februari bij de razzia in de jodenbuurt waren opgepakt. Later kwamen daar ook communisten bij die door de Nederlandse politie gearresteerd waren. Het regime in het kamp was niet al te streng. Gevangenen mochten post en pakketten ontvangen, hoefden geen zware arbeid te verrichten en kregen hetzelfde eten als de bewakers en voor zover bekend is niet een gevangene gestorven in kamp Schoorl. Daar stond tegenover dat met name joodse gevangenen en communisten vaak wel mishandeld werden en pesterijen te verduren kregen met name bedoeld als vernedering. Eind oktober 1941 werd het kamp in de hoedanigheid als concentratiekamp opgeheven, waarschijnlijk omdat het te klein was, te dicht bij de kust lag en bovendien te ver verwijderd lag van een spoorlijn. In de bijna anderhalf jaar dat kamp Schoorl heeft bestaan hebben daar ongeveer 1900 mensen gevangen gezeten waarvan nooit meer dan 750 gevangenen tegelijkertijd. Vanuit kamp Schoorl werden in totaal bijna 700 joden op transport gezet naar concentratiekamp Buchenwald en vanuit daar weer doorgestuurd naar Mauthausen. Slechts 2 van hen wisten de oorlog te overleven. Van de politieke gevangenen, bijna allen lid van een communistische organisatie, werden er meer dan 250 mensen in Duitsland vermoord, voornamelijk in de concentratiekampen. Tot het eind van de oorlog waren eenheden van de Wehrmacht en de Organisation Todt in het kamp gelegerd, waaronder het 787ste Turkestanse Infanterie Bataljon dat bestond uit krijgsgevangen Turkmenen die in Duitse krijgsdienst waren getreden, de zogenoemde "Osttruppen". Kamp Schoorl werd uiteindelijk eind 1946 gesloten. Tegenwoordig is er niets meer te zien van het voormalige kamp op een herdenkingsmonument na en op de plek van het voormalige kamp staat nu een Buitencentrum van Staatbosbeheer. 

Titel: Het kamp Schoorl

Auteur: Albert Boer

Aantal pagina's: 183

Druk: Eerste druk 1991

Uitgever: Albert Boer

 

De bijna onbekende geschiedenis van het kamp Schoorl: Nederlands legerkamp, Duits interneringskamp, concentratiekamp, Polizeiliches Durchgangslager van de beruchte Sicherheitsdienst, Wehrmachtkamp, daarna Bewaringskamp voor het opsluiten van NSB'ers en collaborateurs na het einde van de Tweede Wereldoorlog en daarna weer Nederlands legerkamp. In dit boek worden de belevenissen van de gevangenen, vaak in hun eigen woorden, weergegeven van o.a. 740 joodse gevangenen (razzia's van februari en juni 1941 ) die van Schoorl naar Buchenwald en Mauthausen getransporteerd werden.