Geld

Gedurende de Tweede Wereldoorlog is erg veel kampgeld uitgegeven in de bezette gebieden in krijgsgevangen-, internerings- en concentratiekampen. Belangrijke gevangenen en geschoolde arbeiders kregen privileges, zoals het mogen laten groeien van hun haar. Dit was een demonstratie van een van de centrale elementen van de machtsstructuur van het kamp: het benadrukte de hiërarchie van de gevangenen. In de zomer van 1943 introduceerde de SS ook een bonussysteem. Officieel hadden gevangenen die aan de werkquota voldeden, recht op bonusvouchers waarmee ze in de kantine waren konden kopen, evenals tabaksrantsoenen en extra voedsel. De hogere overlevingskansen waren bedoeld als een stimulans in de context van gedwongen arbeid. In het dagelijkse leven in het kamp werden bonusvouchers en extra voedselrantsoenen meestal willekeurig toegekend en niet gebaseerd op de prestaties van een gevangene.

 

 

Getto- of kampgeld was een valuta die werd uitgegeven door de nazi’s (hoewel soms ontworpen door gevangenen) voor exclusief gebruik door de bevolking die gevangen zat in een bepaald werkkamp of getto. Het door de nazi's gecreëerde geldsysteem diende als onderdeel van een groot, complex, economisch systeem van diefstal, misleiding en genocide. Het vroegst bekende kampgeld is van Oranienburg net boven Berlin. 

Geld uit Buchenwald

Geld uit Theresienstadt

Geld uit kamp Westerbork