Brief 5 Henk Deege

Uitgeschreven tekst:

 

30 nov.

Liefste het is nu Donderdagmorgen 5 uur. Ik heb weer  een stukje papier te pakken kunnen krijgen, en zal gauw een paar woorden schrijven. Erg mooi zal het wel niet gaan, want we hebben net als in de Sing-Sing heel weinig licht. De oorzaak dat ik zo vroeg schrijf is deze, ik heb me namelijk aangesloten bij mensen van de B.I.H. Nu is van deze Maatschappij gisteren een wagen met pakketten aangekomen en ze zouden vanmorgen vroeg brieven medenemen, deze gaat dan regelrecht naar Den Haag. Ik heb je nog steeds elke dag een krabbeltje geschreven ik hoop dat ze aangekomen zijn zodra je me iets kan sturen schrijf ik het wel. We zitten nu al vijf dagen met 800 man in de paardenstal van een kazerne in Kampen, en worden zeer zwaar bewaakt. Ontvluchten nog onmogelijk. Maar misschien is het niet nodig want er gaan hier geruchten dat de Utrechtenaren na 6 weken weer terug mochten. We zijn nog steeds niet uit de kleren geweest, wat dat moet worden weet ik niet. Maar in ieder geval heb ik me buiten op de binnenplaats van top tot teen kunnen wassen, wat een held hè. Maar ons ploegje houdt zich zo zindelijk mogelijk.

We slapen meestal maar een paar uur, we trekken dan onze kleren uit, en gaan ons wassen, daarna naar de W.C. Daar staan we 2 tot 3 uur in de rij enz, dus je snapt wel dat zo de dag wel omkomt. Verder is alles treurig, Alleen het eten is goed. Ik heb heel wat meegemaakt de laatste week, en ik dank de hemel dat ik gezond ben, want degene die ziek waren of ziek werden zijn onder de pannen hoor.

Ik ben tenminste blij dat ik het niet gedaan heb, want ik was van plan om met m'n been onder een wagen te schuiven, ik dacht dan lig ik wel een paar weken, maar dan kan ik tenminste naar huis.

Als ik dit geweten had, had ik het niet geriskeerd met m'n Ausweis, en liever 10 weken onder de grond gezeten, dan 1 dag hier tussen te zitten. Maar ja hadden is dood, en ik heb in ieder geval wat geleerd en wat te vertellen. Er zijn er hier bij elkaar alleen in deze kazerne +/_ 5000.

Zeg schat zorg jij even dat Heger z`n fiets thuis krijgt, het is zo`n zemel. Het zadel hangt er los bij, laat hem maar niet merken dat ik hem zelf in elkaar gezet heb hoor.

Nu moet ik weer eindigen. Geef de kinderen maar een kusje, jij een omhelzing, de groeten aan al de familie en vooral mijn en jou ouders.

 

Tot spoedig weerzien, dag je liefhebbende man.