Oranienburg

Concentratiekamp Oranienburg, gelegen ongeveer 30 kilometer ten noorden van Berlijn, was een van de allereerste concentratiekampen die door het naziregime werden opgericht. Het kamp werd op 21 maart 1933 in gebruik genomen, slechts enkele weken na de machtsovername door Adolf Hitler. Daarmee markeert Oranienburg het begin van een systematische onderdrukking van politieke tegenstanders en andere ‘ongewenste elementen’ in de Duitse samenleving. Het kamp werd gevestigd in een voormalige brouwerij in het centrum van de stad Oranienburg en aanvankelijk beheerd door de Sturmabteilung (SA), de paramilitaire tak van de NSDAP. De eerste gevangenen waren voornamelijk leden van de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD), later gevolgd door sociaaldemocraten en andere politieke tegenstanders van het naziregime. In de zomer van 1933 groeide het aantal gevangenen tot ongeveer 1.400, bewaakt door zo’n 170 SA-leden, ondersteund door lokale politie en stadsbestuur.

 

De omstandigheden in het kamp waren vanaf het begin hard en gewelddadig. Gevangenen werden gedwongen tot zware arbeid, zoals het aanleggen van spoorwegen, het bouwen van waterleidingen en het omhakken van bomen. Sommigen werden ingezet bij de bouw van een SA-officiersschool in Börnicke. Mishandeling, vernedering en willekeurige executies waren aan de orde van de dag. Van de circa 3.000 gevangenen die er vastzaten, kwamen er minstens 16 om het leven, onder wie de bekende schrijver en anarchist Erich Mühsam, die in 1934 werd vermoord. Oranienburg had echter een kort bestaan. Na de Röhm-putsch in juni 1934, waarbij de SS de macht overnam van de SA, werd het kamp op 13 juli 1934 gesloten. De gevangenen werden overgebracht naar andere kampen, waaronder Lichtenberg. Onder leiding van SS-inspecteur Theodor Eicke werd het terrein omgevormd tot een reservekamp, maar het verloor zijn oorspronkelijke functie.

 

Hoewel Oranienburg slechts kort operationeel was, speelde het een cruciale rol in de ontwikkeling van het nazistische kampensysteem. Het diende als prototype voor latere kampen zoals Dachau en Sachsenhausen, dat in 1936 enkele kilometers verderop werd gebouwd. Oranienburg toonde hoe snel en efficiënt het regime in staat was om repressieve structuren op te zetten en te institutionaliseren.

Vandaag de dag herinnert een gedenkteken aan de slachtoffers van het kamp, waaronder Erich Mühsam. Voor wie de oorsprong van nazi-terreur wil begrijpen, biedt Oranienburg een indringend inzicht in de vroege fase van het concentratiekampensysteem, een fase waarin politieke onderdrukking en brute willekeur de fundamenten legden voor de latere massavernietiging.

Titel: Concentratiekamp Oranienburg

Auteur: Gerhart Seger

Aantal pagina's: 102

Druk: 1934

Uitgever: De Arbeiderspers

 

Het eerste authentieke verhaal van een, die uit het concentratiekamp ontvluchtte. Gerhart Seger was van 1930 tot 1933 lid van de Rijksdag en was sociaal-democtratische politicus, pacifist en publicist. Na de machtsovername in 1933 was hij een van de eerste Rijksdag afgevaardigde die werd vastgezet in Dessau. In juni 1933 werd hij samen met andere politieke gevangene overgebracht naar het concentratiekamp Oranienburg waar hij in december 1933 uit wist te ontsnappen. Hij vluchtte naar Praag waar hij zijn kampherinneringen opschreef. Die uitgave werd internationaal bekend en toonde de keerzijde van het nazi bewind. Als vergelding arresteerde de Gestapo Seger's vrouw en dochter.   

Titel: De bevrijding van Oranienburg

Auteur: P. Lenstra

Aantal pagina's: 216

Uitgever: H. v.d. Woude Jr - Groningen

 

"De bevrijding van Oraniënburg" is een bijzonder boek dat de bevrijding van het concentratiekamp Oraniënburg beschrijft, een van de eerste concentratiekampen die in Duitsland werden opgericht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lenstra beschrijft hoe het kamp werd opgericht en de rol die het speelde in het nazi-regime. Het boek geeft gedetailleerde beschrijvingen van de harde en vaak onmenselijke omstandigheden waarin de gevangenen leefden, inclusief dwangarbeid en medische experimenten. Lenstra beschrijft de vormen van verzet die gevangenen tegen de nazi's uitvoerden, ondanks de zware risico’s. De climax van het boek is de bevrijding van het kamp op 22 april 1945 door het Rode Leger en Poolse troepen. Deze gebeurtenis wordt uitvoerig beschreven, inclusief de uitdagingen die de bevrijders moesten overwinnen.