Belzec

In het zuidoosten van Polen, nabij het dorp Bełżec, bevond zich een van de meest dodelijke en minst bekende vernietigingskampen van het naziregime. Tussen maart en december 1942 werden hier naar schatting 435.000 Joden vermoord, vrijwel allemaal direct na aankomst. Bełżec was geen concentratiekamp, geen werkkamp, maar een moordfabriek in zijn meest pure vorm. Slechts een handvol mensen overleefde het kamp; van de honderdduizenden slachtoffers zijn nauwelijks persoonlijke verhalen overgeleverd.

 

Bełżec was het eerste van drie vernietigingskampen die werden opgericht in het kader van Aktion Reinhard, het geheime nazi-programma dat tot doel had om de Joodse bevolking van het Generalgouvernement, het bezette deel van Polen, systematisch uit te roeien. Anders dan in Auschwitz, waar sommige gevangenen tijdelijk tewerkgesteld werden, was er in Bełżec geen selectie voor arbeid. Bijna iedereen die per trein arriveerde, werd binnen enkele uren vermoord.

 

De locatie van het kamp was strategisch gekozen: Bełżec lag op de grens van de districten Lublin en Galicië, en was goed bereikbaar per spoor. Het terrein was klein, slechts enkele hectaren, maar efficiënt ingericht. De gaskamers werkten met uitlaatgassen van een benzinemotor, een methode die eerder in Chełmno was getest. De slachtoffers werden misleid met het verhaal dat ze een ontsmettingsprocedure zouden ondergaan. In werkelijkheid werden ze direct naar de gaskamers geleid, vermomd als houten barakken, en daar vergast.

 

De schaal van de vernietiging was enorm. In slechts negen maanden tijd werden honderdduizenden mensen vermoord, afkomstig uit Polen, Oostenrijk, Duitsland en Tsjecho-Slowakije. Omdat het begraven van de lichamen al snel tot problemen leidde, besloot men tot grootschalige verbranding. Massagraven werden geopend, en de lichamen alsnog verbrand. De rook was in de wijde omgeving zichtbaar, en omwonenden spraken later over asdeeltjes die op hun ramen neersloegen.

 

Toen het kamp in december 1942 werd gesloten, deden de nazi’s er alles aan om de sporen uit te wissen. Het terrein werd met de grond gelijk gemaakt, beplant met bomen, en als boerderij gecamoufleerd. Slechts drie mensen zijn bekend die het kamp en de oorlog hebben overleefd: Chaim Hirszman, Rudolf Reder en Izrael Szapiro. Hun getuigenissen vormen de enige directe bronnen over het dagelijks verloop van de massamoord in Bełżec.

 

Pas decennia later kreeg Bełżec de aandacht die het verdiende. In de jaren zestig werd een bescheiden monument opgericht, maar pas in 2004 werd een indrukwekkend gedenkteken en museum geopend. Sindsdien is de geschiedenis van Bełżec beter bekend geraakt, al blijft het kamp voor velen minder zichtbaar dan Auschwitz of Treblinka.

 

Bełżec confronteert ons met de extreme efficiëntie van het nazistische vernietigingsbeleid. Het kamp was ontworpen om te doden, snel, stil en zonder overlevenden. Voor wie zich verdiept in de Holocaust en de geschiedenis van de vernietigingskampen, vormt Bełżec een aangrijpend en essentieel onderdeel van het grotere verhaal. Het herinnert ons eraan dat genocide niet alleen plaatsvindt in de schijnwerpers van de geschiedenis, maar ook op vergeten plekken, waar de stilte na de moord jarenlang heeft kunnen voortduren.

Zoals u ziet heb ik helaas nog geen boeken over vernietigingskamp Belzec. Het kamp wordt wel besproken in de volgende boeken:

 

- De nazi moordfabrieken (Ton Roozeboom) (in bezit) 

Het boek der kampen (Ludo van Eck) (in bezit)

 

Heeft u boeken over dit kamp? Dan hoor ik dat graag. Laat uw gegevens achter via de contact knop onderin de pagina en ik neem contact met u op.