Gross-Rosen
In het huidige Rogoźnica, in Neder-Silezië (Polen), bevond zich tijdens de Tweede Wereldoorlog een van de wreedste concentratiekampen van nazi-Duitsland: Groß-Rosen. Het kamp werd op 2 augustus 1940 opgericht als satellietkamp van Sachsenhausen, maar groeide vanaf mei 1941 uit tot een zelfstandig concentratiekamp met een netwerk van meer dan honderd nevenkampen verspreid over het oosten van Duitsland, bezet Polen en Tsjecho-Slowakije.
De locatie van het kamp was niet toevallig gekozen. Nabij Groß-Rosen bevond zich een grote granietgroeve, eigendom van de SS-bedrijf Deutsche Erd- und Steinwerke GmbH. De steengroeve was bedoeld om graniet te leveren voor de monumentale bouwprojecten van het Derde Rijk, waaronder de geplande nazi-hoofdstad Germania. Gevangenen werden onder erbarmelijke omstandigheden ingezet voor het delven van granietblokken, een vorm van dwangarbeid die vaak binnen enkele weken tot de dood leidde.
De gevangenen in Groß-Rosen kwamen uit heel Europa: Joden, Polen, Sovjetkrijgsgevangenen, Roma, politieke tegenstanders, verzetsstrijders en Nacht-und-Nebel-gevangenen, mensen die spoorloos moesten verdwijnen. In totaal werden naar schatting 125.000 mensen in het kamp vastgehouden; ongeveer 40.000 van hen kwamen om door uitputting, mishandeling, ziekte of executie.Vanaf 1942 veranderde het beleid: gevangenen moesten langer in leven blijven om als slavenarbeiders te worden ingezet in de oorlogsindustrie. Degenen die te zwak waren om te werken, werden afgevoerd in zogeheten 'Invalidentransporten' naar Dachau, waar ze alsnog stierven.
In de tweede helft van 1944 verschenen in het kamp werkplaatsen voor bedrijven als Siemens & Halske, die profiteerden van de goedkope arbeid. Groß-Rosen beschikte niet over gaskamers, maar wel over een crematorium. Executies vonden plaats door ophanging, fusillering of dodelijke verwaarlozing. De gemiddelde levensduur van een gevangene in de steengroeve bedroeg slechts enkele weken. Het kamp stond bekend om zijn extreme wreedheid en de systematische ontmenselijking van de gevangenen.
Op 14 februari 1945 werd Groß-Rosen bevrijd door het Rode Leger. Tegen die tijd was het kamp overvol met gevangenen uit geëvacueerde kampen zoals Auschwitz. Voor velen was dit de meest dramatische fase van hun gevangenschap.
Vandaag de dag is het voormalige kampterrein te bezoeken. De toegangspoort met het opschrift 'Arbeit macht frei' staat nog overeind, evenals nagebouwde barakken, wachttorens en funderingen. In het museum wordt de geschiedenis van het kamp belicht aan de hand van film, documenten en persoonlijke getuigenissen. Groß-Rosen is een aangrijpend voorbeeld van hoe het naziregime dwangarbeid, uitputting en ideologische terreur combineerde in een systeem dat mensen reduceerde tot productiemiddelen.
Titel: Vergeten... nooit
Auteur: Andre Feron
Aantal pagina's: 284
ISBN: 978 94 639 6926 0
Druk: 2020
Uitgever: Skribis
In 1944 wordt Camille Feron gearresteerd door de Gestapo. Het noodlot brengt hem in de gevangenis van Hasselt, Sint-Gillis en Gross-Strehlitz, en het 'Nacht und Nevel' concentratiekamp van Gross-Rosen in Silezië. In extreme omstandigheden maakt Camille kennis met zowel de nobele als duistere kanten van zijn medemens. De vriendschappen die in gevangenschap ontstaan, staan in schril contrast met de gruwelijke misdaden van een mensonterend fascistisch regime. Vele jaren later voelt zijn zoon Andre Feron de behoeft om dit aangrijpende verhaal opnieuw te vertellen. Hij verplaatst zich in de persona van zijn vader, waaraan hij ontroerende herinneringen bewaard.
Heeft u vragen of opmerkingen of juist boeken of andere documentatie over concentratiekampen of andere kampen tijdens de Tweede Wereldoorlog waar u geen raad mee weet of wil verkopen dan hoor ik graag van u. Ik zorg dat ze bewaard blijven. U kunt mij bereiken via onderstaande contact knop.