Brieven uit Gusen

Hieronder een brief geschreven op 13 juni 1942 door Adam Molinus, gevangene nummer 15228, verblijvend in Block 18 van het concentratiekamp Gusen. De brief draagt het officiële K.L. M/Gusen-stempel, wat bevestigt dat hij onder toezicht van de kampadministratie werd verzonden. Het concentratiekamp Gusen, gelegen nabij het hoofdkamp Mauthausen in Oostenrijk, was berucht om zijn meedogenloze regime. Gevangenen werden ingezet voor zware dwangarbeid in steengroeves en later in de wapenindustrie. Van de circa 71.000 mensen die in Gusen gevangen zaten, overleefde meer dan de helft hun gevangenschap niet. De kampen vielen onder de zwaarste categorie binnen het nazistische systeem: 'Lagerstufe III', bedoeld voor de zogenaamde 'onverbeterlijken'. Gusen was niet slechts een plek van opsluiting, maar een fabriek van uitputting en vernietiging.

 

Tegen deze achtergrond krijgt de brief van Adam Molinus een bijzondere betekenis. Hoewel hij geen expliciete informatie geeft over de omstandigheden in het kamp, censuur maakte dat onmogelijk, spreekt uit zijn woorden een diepe hunkering naar contact met het thuisfront. De toon is voorzichtig, onderdanig, en emotioneel geladen. Hij vraagt om nieuws van zijn familie, uit zich beleefd en terughoudend, en vermijdt elke vorm van kritiek.