Brieven naar Piet

Tijdens de eerste helft van 1943 verbleef Piet Weijtenburg in Kamp Odoorn, waar hij zijn verplichte arbeid vervulde te midden van een land in oorlog. In deze maanden ontving hij een reeks brieven van zijn familie en schoonmoeder, persoonlijke getuigenissen die een indringend en ontroerend beeld schetsen van het dagelijks leven, de zorgen en de verbondenheid binnen de familie Weijtenburg in een tijd van onzekerheid.

 

Hoewel de brieven van zijn toenmalige verloofde, Fennie, uit deze periode helaas verloren zijn gegaan, is de overgebleven correspondentie rijk en veelzeggend. Zijn moeder, Henrika Arlar, schreef hem maar liefst vijftien brieven. Zijn vader, Petrus Joachim Weijtenburg, stuurde er twee, evenals zijn broer Albert. Ook zijn zus Mien, zijn oom en tante Toet en Eef, en zijn schoonmoeder Jonker During droegen bij aan deze bundel met respectievelijk één en acht brieven. Samen vormen deze brieven een uniek venster op het persoonlijke leven van een jonge man en zijn familie in oorlogstijd. Ze laten zien hoe mensen op afstand toch nabij proberen te blijven.

 

Klik op onderstaande foto's om de brieven te lezen. 

Brieven van zijn moeder Henrika Arlar

Brieven van zijn vader Petrus Joachim Weijtenburg

Brieven van zijn broer Albert Weijtenburg

Brieven van zijn zus Mien Weijtenburg

Brieven van zijn oom Toet en tante Eef

Brieven van zijn schoonmoeder Jonker During